OPTIMIST MAGAZINE ONLINE
Optimist Magazine Online is er om tijd te nemen de longreads te lezen. Met artikelen, korte verhalen, prachtige foto's en af en toe een fijne podcast. Welkom bij OMO.
Waar gaat het heen?
Waar moet het naar toe?
In de organisatiekunde is de Abilene Paradox bekend. Een gezin gaat als uitje naar Abilene, een stadje in de VS. Een flink stuk rijden van huis. Nogal afzien. Eenmaal in Abilene is het vermaak beperkt en de vermoeidheid groot. De terugreis wordt relatief snel ondernomen om niet te laat thuis te zijn. Eenmaal thuis komt aarzelend het gesprek op gang. Bij nadere beschouwing wilde niemand echt naar Abilene. Het was de vrucht van een misverstand. Elk gezinslid meende dat de anderen het wilden. Ook omdat het uitje gebruik geworden was.
We doen dingen uit plichtsbesef. En menen de wensen en motieven van anderen te kennen. We checken niet. We nemen aan. En zo kabbelen wij voort. En dwalen we af. Tot we stilstaan en de vraag stellen. Is dit wat ik wil? Is dit wat wij willen?
Zo lijken we ook met de samenleving op reis te zijn gegaan. En nu we terugkeren uit Abilene, vragen we ons af, wie ook alweer over Abilene begonnen is. Wiens wens het was.
Er heerst een breed ongenoegen in de samenleving. Het gaat van onbehagen via onvrede naar woede. Dat is van alle tijden, zou je zeggen. Bovendien zijn we het gelukkigste volk van Europa. Probeer dat maar eens uit te leggen.
Wat begon als kleine tegenslag, als een vlekje in het tapijt, heeft zich uitgebreid. Het sociaal en cultureel planbureau stelt het keer op keer vast. Over ons eigen leven zijn we best tevreden: ‘met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’ zeggen we in de volle breedte.
Ons land is niet ondergelopen (laat het water maar aan ons over) maar vastgelopen. We zijn met onszelf in de war geraakt. Hebben ons opgezadeld met tal van ingewikkeldheden. We hebben de ander uit het oog verloren en zijn ook zelf uit het oog geraakt.
Nu willen we de koers verleggen. Maar we zitten elkaar daarbij in de weg. We ruziën over de nieuwe bestemming, maar het meeste nog over de te volgen weg. We zijn de omgangsvormen kwijt waarin we onszelf en de ander kunnen verstaan.
Je zag het laatst heel mooi in het Vaticaan. Nu eens geen nieuwe encycliek van een paus die het goddelijk woord heeft verstaan. Nee, ronde tafels in een grote gewijde ruimte. Met als opdracht geen andere dan elkaar te begrijpen. Eerst maar eens elkaar verstaan.
De gedachte daarachter laat zich raden. De bestemming is de vraag niet. De vraag is hoe wij de weg gaan. Welke waarden we delen. Want de toekomt ligt in het heden. Dat je alvast doet, wat je zegt na te streven.
Niemand zonder huis of haard, niemand zonder honger of dorst. Vanuit de bemoedigende gedachte dat we zonder elkaar niet kunnen bestaan. We kibbelen alleen nog maar over de kleine dingen. Want de grote dingen hebben we van elkaar verstaan.
Harry Starren, auteur, spreker
De foto's op OMO zijn van Annemarie Hoogwoud en komen uit haar boek ' Tijd verdwijnt uit het landschap'.
Samen met tekstschrijver Jaap Jepma maakte fotograaf Annemarie Hoogwoud een schitterend boek over hoe de tijd verdwijnt uit het landschap. Samen trokken ze met landschapsexperts door het vlakke land, langs grote wijde landerijen, kleine sloten en dijken. Maar ook langs een afvalscheidingsstation. Ja, het landschap
verandert en daarmee ook de tijd van het herinneren. ‘Misschien wel heel logisch allemaal’, schrijven ze in het voorwoord, ‘als voortvloeisels van de enorme dynamiek van onze menselijke ontwikkeling. Maar de tijd, de tijd is uit die landschappen verdwenen. Of ze verdwijnt eruit. Je zou trouwens met net zoveel gemak misschien kunnen zeggen dat de tijd verschijnt in het landschap.’
“Een ding is zeker. Als je vandaag, of op een ander moment, de laatste bladzijde uit ‘Tijd verdwijnt uit het landschap’ omslaat, kijk je voorgoed anders om je heen”
Verwacht dus bij het lezen en zien van dit boek geen nostalgie. Geen terugverlangen naar ‘betere’ tijden. Maar in de dynamiek, ja, in de dynamiek verdwijnt ook een tijd, en verschijnt een andere. ‘In eerste instantie klinkt dat hoopgevend, wat meer ontwikkelingsgericht en minder op behoud. Maar ook die zin schuurt.’
Het Leven Vraagt Om
Omzien. Omgaan. Omdat.
Lang geleden, toen ik betrokken was bij een christelijke beweging, vonden we het een goed idee om op een groot grasveld in Rotterdam-Zuid een tent neer te zetten. Elke dag en avond waren we als groep daar om ‘anderen’ te vertellen hoe hun leven beter kon. Sommigen noemen dat evangeliseren. Vanaf het begin kwam er een groep jonge Feyenoord aanhangers. Ik herinner mij één van die jongens nog heel goed omdat hij in al zijn zakken blikjes bier had die hij met één hand opentrok, snel leeg dronk en daarna met diezelfde hand verkreukelde. En op een dag daagde de groep jonge Feyenoord fans ‘onze’ God uit voor een voetbalwedstrijd. God tegen Feyenoord werd er afgesproken. Op een woensdagmiddag was het zover, en tot hun diepe teleurstelling verloor Feyenoord van God. Veel heeft God verder niet aangericht bij deze groep en van de boodschap moesten ze niet veel hebben. Hoewel ik weet dat een van hen een ‘overloper’ werd en, voor zover ik weet, nog steeds een trouwe kerkganger is.
Groepen en ons ophouden in groepen. Het is zo oud als de mensheid. Eerst uit noodzaak omdat we alleen opgevreten zouden kunnen worden. Daarna uit noodzaak omdat we elkaar de kop in zouden kunnen slaan. En nog steeds uit noodzaak want alleen jaagt de wereld ons angst aan en maakt die ons eenzaam. Uit een groot onderzoek blijkt ook dat we als mens gelukkiger worden - en ouder en minder ziek - als we investeren in relaties. Relaties worden dan al gauw groepen. En ons oude reptielenbrein maakt in relatie tot onze groep al snel een tegenover - onze groep tegenover de andere groep. Feyenoord tegen God.
Een groep helpt ons ook te bergen en te verbergen. Het wordt een burcht, een vesting, een groupthink. Binnen de groep cirkelen de juiste verhalen, de goede meningen, de heldere zienswijzen. Internet heeft die groepen niet bepaald dichter bij elkaar gebracht, maar meer nog uit elkaar gedreven. De hang naar onze eigen tribe, ondanks dat informatie ons milder zou kunnen stemmen, heeft de lokroep van de tribe alleen maar groter gemaakt. De polarisatie - het tegenover elkaar staan - heeft de samenleving zelfs uit evenwicht gebracht. De noodzaak om ons te verbinden voor, pakweg, een groter doel, een ideaal bijvoorbeeld, wordt niet meer gezien. De vraag naar wie wij zijn, is de vraag naar de tribe geworden. Daarmee lijken we terug naar ‘af’, naar vroegere tijden waar we als we alleen staan opgevreten kunnen worden, of onze kop kunnen verliezen. Wij tegenover zij. De vraag is of we elkaars boodschap dan nog kunnen horen?
In hun boek ‘Wat nu!? - nieuw perspectief op grootschalige gedragsverandering’ beschrijven Thijs Homan en Rob Wetzels een mooie oefening. Stel je een volle filmzaal voor. Op het grote doek voor hen zien de aanwezigen een cockpit waar iedereen dus in zit en met hulp van een zogenaamde vluchtsimulatie kunnen ze samen het vliegtuig besturen. Met bordjes in hun handen wordt mensen gevraagd samen het vliegtuig te laten landen. Aan de linkerkant van de zaal zitten de mensen met bordjes die het vliegtuig links richting geven. Aan de rechterkant de mensen met bordjes die het vliegtuig rechts begeleiden. In het midden proberen mensen het vliegtuig rechtdoor te laten vliegen. Dat gaat eigenlijk best goed, maar het wordt natuurlijk duvels ingewikkeld als iedereen er ook voor moet zorgen het vliegtuig veilig te laten landen. Er is echter een gezamenlijk belang om het zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen.
Maar wat nu als diezelfde aanwezigen in de filmzaal allemaal een eigen doel nastreven, eigen belangen hebben? En als die belangen dan ook nog eens op dat witte doek - in beelden, grafieken, hoogtemeters, verwachtingen - zichtbaar worden gemaakt? Ga er maar aanstaan om dan als hele zaal dat vliegtuig aan de grond te krijgen en geen crash te veroorzaken.
De linkerkant van de filmzaal tegen de rechterkant van de filmzaal. En het midden dat nog probeert wat evenwicht te brengen. Onmogelijk. Het vliegtuig zal uit zijn baan worden getrokken, en ondanks dat iedereen begrijpt dat dit een catastrofe zal worden voor allen, lijkt het eigenbelang toch belangrijker. Belangrijker dan wat?
Het groepsdenken werd enigszins doorbroken vanaf de 7e eeuw, zover we weten, door een enkele regel die in bijna alle godsdiensten, religieuze bewegingen en filosofieën tevoorschijn kwam. Die regel werd later niet voor niets de Gulden Regel genoemd: ‘Behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden’. Wij in het Westen herkennen deze Gulden Regel misschien het beste uit onze lessen op de zondagsschool, maar in essentie komt hij ook voor in de teksten van de Tao, Mahabharata, in het Boeddhisme, bij Confucius, bij de Grieken, en ook in modernere tijden zoals in de Franse grondwet.
‘Slechts aan wie zijn eigen lichaam liefheeft als zijnde de hele wereld, mag de wereld worden toevertrouwd.’
‘Men moet nooit een ander aandoen, wat men voor zichzelf als kwetsend ziet. Dat is de kern van de regel van alle rechtschapenheid.’
‘Doe andere mensen niet aan waarover je zelf verontwaardigd zou zijn, als je dat zelf zou moeten ervaren.’
Wat als de mensen in die filmzaal, en ondanks al hun eigen belangen, geprojecteerd op dat witte doek, die Gulden Regel zouden hanteren?
Omzien. Omgaan. Omdat.
Ron van Es, schrijver, mentor
(een gedeelte uit het boekje 'Het leven vraagt om' dat is uitgegeven door Postcast)

Soundcloud inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de Soundcloud cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.
De kracht van kwaadheid
“Laat het toch los”, “Je bent er niet verantwoordelijk voor, relax!”, “Maak je nou eens wat minder druk” luidden de terugkerende en vaak ongevraagde adviezen die ik de afgelopen paar jaar regelmatig hoorde uit mijn omgeving, meestal uit oprechte betrokkenheid. Want ik maakte en maak me nogal kwaad of bezorgd over nogal veel (soms zo veel dat mijn geliefde me plaagt met de bijnaam ‘leedmagneet’).
De verontwaardiging over wat er mis is in onze maatschappij, in onze wereld, gepaard aan bezorgdheid over de impact op individuen herken ik bij veel anderen - jong en ouder, idealisten en pragmatici, bestuurders en werknemers, demonstranten en politici.
We zijn met best veel, als kwade en bezorgde burgers, als mensen die ons inzetten voor een betere samenleving: voor echte (jeugd)zorg, voor gelijkwaardigheid, voor recht, voor dienende in plaats van dwingende instituties, voor een robuuste democratie. Voor duurzaam leven op onze planeet, voor vrede op aarde... En we zoeken naar aanknopingspunten om constructief invloed uit te oefenen en dingen ten goede te helpen keren vanuit ons eigen kleine hoekje.
Woede → Onmacht → Creativiteit → Daadkracht
De adviezen om los te laten, roepen bij mij naast de gedachte “Makkelijk praten, als we dat allemaal doen verandert er niks” ook de vraag op: moet ik inderdaad van die kwaadheid af? Is dat echt beter?
Mijn vermoeden dat het antwoord daarop “nee!” is, werd bevestigd door de lezing ‘Van woede naar hoop’ die ik bijwoonde. Rikko Voorberg, theoloog ‘in het wild’, activist en schrijver hield een volle zaal medezoekers bevlogen voor dat woede juist een startmotor kan zijn. Maar, voegde hij toe, zorg er dan wel voor dat je er je scheppingskracht aan toevoegt om er vorm aan te geven. Daarmee voorkom je dat het agressie of verbittering wordt, of je in frustratie blijft hangen. Zorg dus voor ‘creatief verzet’.
Woede en waarden
“Woede is waardevol: woede is daar waar je waarden worden aangetast” zei Voorberg, waarna hij Stéphane Hessel (1917-2013) citeerde, de Duits/Franse ambassadeur, schrijver en verzetsstrijder die de naziconcentratiekampen overleefde: “Verlies van verontwaardiging is verlies van je menselijkheid”Het deed me beseffen dat we dankbaar mogen zijn voor onze woede, want die voorkomt dat we onverschillig worden en zet ons in beweging: de kracht van kwaadheid.
Daar voeg ik graag aan toe: de kracht van collectief in actie komen. Dat je samen echt sterker bent, ervaren we door steun van familie en vrienden in moeilijke tijden. In het samenwerken met fijne collega’s. In het aansluiten bij een politieke partij of beweging met geestverwanten. Door mee te doen met maatschappelijke initiatieven en vrijwilligers-organisaties.
Wees niet al te rechtvaardig
Door onderdeel te zijn van een ‘tribe’ kun je vaak meer voor elkaar krijgen, met aanvullende talenten en door het bij elkaar horen. Dat kan ook voorkómen dat we opbranden. Want laten we wel wezen, een teveel aan heilige woede zorgt ervoor dat we geen rust meer vinden. In het wijsheidsboek Prediker staat niet voor niets 'wees niet al te rechtvaardig' geschreven - ook een vorm van 'schipperen als levenskunst' dus. Want plezier, genot en speelsheid zijn belangrijke voedingsbronnen in ons leven. Balanceren tussen vreugde en verantwoordelijkheidsgevoel is daarom een serieus te nemen opgave.
Het ‘samen sterk’ ervaar ikzelf door het leven in een woongemeenschap met meerdere generaties als een soort dorpje in de stad, met huisgenoten die niet alleen mijn al te sterke gedrevenheid kunnen temperen maar met wie ik ook het leven kan vieren.
En bij De Vierde Golf, de beweging die - vanuit zorg over de rechtstaat en grondrechten de afgelopen pandemiejaren - als missie heeft om de pijlers van de democratie te helpen versterken via visievorming, publieke dialoog, politieke beïnvloeding en acties.
Daarom een ongevraagd advies van deze ervaringsdeskundige: zoek een 'tribe' die bij past, met doelen waarvan jouw hart sneller gaat kloppen, en niet in het minst: met leuke mensen! Het zal niet alleen de wereld goed doen, maar ook jezelf. Dat is de mooie uitkomst van diverse wetenschappelijke onderzoeken naar geluk. Lees bijvoorbeeld deze twee korte stukjes daarover.
Kortom: genoeg mogelijkheden voor creatief verzet - voorwaarts!
Marret Kramer, spreker, trainer
OMO is een onderdeel van Optimist Media.